Zo schrijf je een advies dat past
“Ik adviseer de werkgever om peilmomenten af te spreken. Het zijn de piketpalen van het re-integratietraject.”
Je hebt het onderzoek afgerond. Het is nu tijd voor het opstellen van het arbeidsdeskundig advies. Met de tips op deze pagina schrijf je een plan dat recht doet aan de werkelijke mogelijkheden van de werknemer, aan de eisen van de functie en aan de plichten van de werkgever.
Zo schrijf je een advies dat past
Klik op elke tip voor uitleg.
In gesprek met de werknemer kun je andere nuances meekrijgen dan in het belastbaarheidsprofiel staan. Zo zorg je dat jouw advies klopt met de situatie van de werknemer:
- Denk terug aan het gesprek. Waren er signalen die afwijken van het belastbaarheidsprofiel? Bijvoorbeeld expliciet, omdat de werknemer het zelf niet eens is met de geduide belastbaarheid. Of impliciet, omdat de werknemer vermoeider of alerter was dan je had verwacht. Verliep het gesprek na een uur nog steeds vlot, ondanks de geduide beperkingen op het gebied van concentratie?
- Overleg met de bedrijfsarts. Als je inderdaad afwijkende signalen of informatie detecteert, wil dat nog niet zeggen dat de bedrijfsarts het niet goed gezien heeft. Er kunnen, sinds het contact tussen arts en werknemer, zaken veranderd zijn, zowel in het bedrijf, het werk als bij de werknemer. Een toename in uren of taken, bijvoorbeeld. Bespreek met de bedrijfsarts of aanpassingen in het belastbaarheidsprofiel nodig zijn.
- Verwerk de aanvullende informatie en je eigen bevindingen. Ook als de bedrijfsarts geen aanpassing nodig vindt, vermeld je je eigen observaties in je advies. Zo maak je het beeld volledig.
Het is heel gebruikelijk om in het kader van de Wet Verbetering Poortwachter spoor 1 én 2 in te zetten na een jaar ziekte. Maar voor werknemers met kanker is het niet altijd de beste optie.
Opeens moet de werknemer de, toch al beperkte, energie verdelen over twee sporen. Dat kan leiden tot overbelasting. Of voor onvoldoende aandacht voor het eigen werk, dat soms pas net weer is opgestart en nog niet goed onderzocht.
Werk bij de eigen werkgever biedt, ook na het eerste jaar, vaak de grootste kans op duurzame re-integratie. (bron arboportaal Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 11-04-2016).
Als je inschat dat op korte termijn perspectief is op structurele werkhervatting binnen de eigen organisatie in eigen, aangepast of ander passend werk, is uitstel van het tweede spoor goed te verantwoorden. De werknemer kan dan alle energie gebruiken om op te bouwen in uren en taken. Daarmee ontstaat een goed beeld van de belastbaarheid voor werk.
Twijfel je over de belastbaarheidsprognose? Overleg dan met de bedrijfsarts. Eventueel schakel je in samenspraak een BACO (Bedrijfsarts Consulent Oncologie) in.
Spoor 2 als kans
Soms is het 2e spoor juist wél een hele mooie kans. Als er geen structurele mogelijkheden zijn bij de eigen werkgever. Of als de nieuwe prioriteiten in het leven van de werknemer eigenlijk niet meer passen bij de eigen werkgever. Voldoende ruimte en energie voor het 2e spoor biedt dan juist perspectief.
Afzien van spoor 2 op advies van bedrijfsarts
Tot slot zijn er natuurlijk ook situaties waarin op medische gronden wordt afgezien van het 2e spoortraject. Bijvoorbeeld als de bedrijfsarts aangeeft een 2-sporen traject contraproductief is voor het herstel. Of als de werknemer op medische gronden niet in staat is om dit traject te volgen naast de re-integratie in het eigen werk – en dat op korte termijn ook niet wordt. Lees ook het artikel achter deze link.
Bij het arbeidsdeskundig onderzoek moeten 4 vragen worden beantwoord.
- Is het eigen werk nog passend?
- Is het eigen werk passend te maken?
- Is er andere passende arbeid binnen de eigen organisatie?
- Is re-integratie buiten de eigen werkgever aan de orde?
Als kort voor het onderzoek pas re-integratiemogelijkheden zijn ontstaan kunnen de eerste vragen (mogelijk) nog niet worden beantwoord. Re-integratie in eigen werk wordt als eerste onderzocht, meestal in het 1e jaar van verzuim. De werknemer krijgt de ruimte rustig op te bouwen. Als blijkt dat het werk niet lukt, wordt het plan bijgesteld. De werknemer met kanker krijgt deze kans (vaak) niet. En in het 2e jaar moet ineens alles tegelijk.
Beoordeel aan de hand van de omschreven belastbaarheid en prognose of terugkeer in (aangepast) eigen werk een kans biedt. Een echte kans krijgt het als de werknemer zijn of haar energie hierop kan richten, doordat het 2e spoortraject nog even wordt uitgesteld.
Voorbeelden van beperkingen die tot overvraging kunnen leiden of beperkingen die de kans op een herplaatsing bij een andere werkgever juist bemoeilijken zijn:
- Voorwaarden voor persoonlijk functioneren als de werknemer is aangewezen op vaste, bekende werkwijzen, en/of een voorspelbare werksituatie en intensieve begeleiding. Het is aannemelijk dat bovenstaande bij de eigen werkgever makkelijker te realiseren is dan in een geheel nieuwe omgeving, met ander werk en met nieuwe collega’s.
- Beperkingen op vasthouden en verdelen van de aandacht bemoeilijken bijvoorbeeld het uitvoeren van testen en het voeren van sollicitatiegesprekken. Naast de energie die een sollicitatiegesprek kost, worstelen werknemers vaak met: "Wat vertel ik over mijn situatie” en “Waarom zou ik het werk bij een andere werkgever wel kunnen doen?”.
- Van de eigen werkgever mag worden verwacht dat deze zich inspant voor het creëren van aangepast werk in het geval van beperkingen. Hierbij valt te denken aan; kan alleen werken met een eigen, van tevoren afgebakende deeltaak, moet alleen kunnen werken of juist terug kunnen vallen op directe collega’s of leidinggevende. Dit is vaak makkelijker in een vertrouwde omgeving. Beschrijf dit in je advies.
- Bij beperkingen op werktijden als uren per dag en per week kunnen de benodigde tijd en inspanningen voor een 2e spoor de re-integratie en opbouw in eigen werk in de weg staan. Mogelijk heeft de bedrijfsarts hier een toelichting gegeven op de energetische belastbaarheid die aanknopingspunten biedt.
Overleg met de bedrijfsarts, steun maakt je advies krachtiger.
Als je adviseert het 2e spoor uit te stellen, is het belangrijk dat je dit besluit goed onderbouwt en een concreet re-integratieplan opstelt, met scherpomlijnde doelen en termijnen.
Dit plan wordt namelijk niet alleen de basis voor voortgangsbewaking, maar is essentieel voor een positieve beoordeling van de re-integratie-inspanningen door het UWV. Je kunt er een loonsanctie aan de werkgever mee voorkomen.
Dit neem je mee in het plan:
- De doelstelling: Terugkeer in (eventueel aangepast) eigen werk.
- De ondersteuning die van leidinggevende en collega’s wordt verwacht.
- Een realistisch opbouwschema in uren en een opbouw in loonwaarde. Houd rekening met periodes met mogelijk wisselende belastbaarheid.
- Een duidelijk opbouwschema in taken en verantwoordelijkheden.
- Afspraken waar het werk wordt uitgevoerd met een opbouw naar steeds meer aanwezigheid op de reguliere werkplek.
- Deadlines: Spreek peilmomenten af waarop de gestelde doelen bereikt moeten zijn. Het worden de piketpalen van het traject.
- Maak de bovenstaande punten SMART. Wat moet op welk moment bereikt zijn om door te gaan met het ingezette spoor.
- Bewaking van de voortgang: Spreek af wie de peilmomenten bewaakt. Meestal zijn dit de werkgever en werknemer, maar ook de bedrijfsarts kan hierin een rol spelen.
- Plan B: hoe te handelen als het niet lukt.
- In welk ander passend werk kan werknemer re-integreren bij de eigen werkgever? Wat kan hiervoor alvast georganiseerd worden? Zo kan snel schakelen mogelijk worden. Spreek ook hiervoor peilmomenten af.
- Alsnog het 2e spoortraject in gang te zetten. Een adequaat 2e spoortraject duurt minimaal 6 maanden. Spreek een uiterste datum af waarop dit traject wordt gestart.
- TIP: Een gespecialiseerd re-integratiebureau kan werknemer begeleiden in het 1e spoor en zo nodig doorschakelen naar het 2e spoor. Zo gaat er geen kostbare tijd verloren voor het opstarten van een traject.
Het UWV toetst de re-integratie inspanningen volgens een vast protocol en kijkt daarbij primair of het resultaat bevredigend is. Werk bij de eigen werkgever biedt, ook na het eerste jaar, de grootste kans op een duurzame re-integratie. Gun de werknemer deze kans. Het UWV beoordeelt daarnaast ook of er voldoende maar ook de juiste inspanningen zijn verricht. Laat in je advies zien dat je hier aandacht voor hebt.
Re-integratiespecialisten bij kanker
Als het om kanker gaat, kan het opstellen van een goed re-integratie advies niet zonder contact met de bedrijfsarts. Want pas met een persoonlijk gesprek, ook via de telefoon, breng je het belastbaarheidsprofiel tot leven. Je stemt bevindingen met elkaar af en krijgt antwoord op eventuele vragen en onduidelijkheden.
Ook voor de bedrijfsarts is jullie contact waardevol: de arts begeleidt de werknemer tenslotte ook daarna nog en volgt het verdere verloop van de re-integratie.
Het is goed om je te realiseren dat jouw gesprek met de werknemer in veel gevallen langer en diepgaander is dan het contact dat de bedrijfsarts heeft. Je stelt andere vragen en vangt mogelijk andere signalen op die van belang zijn voor de re-integratie – ook daar heeft de bedrijfsarts iets aan.
Zeker als er vragenlijsten uit de Leidraad Kanker en Werk zijn gebruikt om de beperkingen te objectiveren: jouw bevindingen kunnen aanleiding geven om de vragen opnieuw tegen het licht te houden.
De bedrijfsarts verwijst door
Als er behoefte is aan meer medisch specialisme, verwijst de bedrijfsarts de werknemer door naar een Bedrijfsarts Consulent Oncologie (BACO). De werknemer kan ook zelf contact zoeken.
Een Bedrijfsarts Consulent Oncologie (BACO) is gespecialiseerd in de begeleiding van werknemers met kanker. Deze arts ondersteunt ook werkgevers, behandelaars, en collega-bedrijfsartsen bij vragen en problemen op het gebied van werkbehoud, (arbeids)revalidatie en werkhervatting.
Denk aan:
- wel of niet werken of sporten tijdens behandelingen.
- onenigheid tussen werknemer, werkgever en/of bedrijfsarts over de re-integratieverwachtingen.
- re-integratieproblemen door stagnerend herstel.
- twijfels over inzetbaarheid op de lange termijn, door de ziekte of door behandelingen.
- het maken van een gedegen onderbouwing voor een (versnelde) WIA-beoordeling.
De BACO kan ingrijpen bij aanhoudende gezondheidsklachten of werkgerelateerde problemen, zoals chronische vermoeidheid en concentratieproblemen, maar ook belangrijke aanpassingen adviseren in de werkomgeving.
Je vindt BACO’s in klinische centra, revalidatiecentra, bij arbodiensten en als zelfstandig professional of via een diagnostisch centrum. Verwijzing naar een BACO doet een medisch specialist, huisarts, (para)medisch behandelaar, of de bedrijfsarts. De werknemer kan ook op eigen initiatief contact opnemen met een BACO.
Een verwijzing naar een BACO wordt niet altijd vergoed door de zorgverzekeraar.
Veel werknemers willen graag weer aan het werk. Werk biedt tenslotte structuur, zingeving en sociale contacten. Maar als je herstelt van kanker is weer werken nog helemaal niet zo eenvoudig. Ook niet als je heel erg gemotiveerd bent.
Re-integratie met kanker vraagt dan ook om maatwerk. Dat bieden verschillende gespecialiseerde bureaus en organisaties in Nederland. Het kan zinvol zijn om de werkgever erop te attenderen of ernaar te vragen bij de bedrijfsarts, want de meerwaarde van zo’n bureau is groot:
- Ze begrijpen kenmerkende klachten als wisselende belastbaarheid en cognitieve beperkingen.
- Ze hebben diepgaande kennis van de specifieke klachten en problemen, in elke fase.
- Vaak werken er ervaringsdeskundigen.
De re-integratiedeskundigen van deze bureaus werken nauw samen met de werkgever. Ze coachen op zaken als:
- energiemanagement
- omgaan met collega's,
- het stellen van grenzen
- acceptatie van veranderingen in werk, en
- het vinden van een balans tussen werk en privéleven.
Ook denken ze mee over beweging en sport, om het herstel te bevorderen.
De bureaus ondersteunen zowel in het 1e als 2e spoor. Dezelfde adviseur kan dus aan boord blijven als het eerste spoor voor de werknemer niet haalbaar is. Dat werkt prettig, voor zowel de werknemer als werkgever.
Als arbeidsdeskundige kun je de werkgever adviseren een gespecialiseerd re-integratiebureau in te schakelen.
Je vindt een actuele lijst van gespecialiseerde bureaus op kanker.nl